Zo kun je afkortingen goed gebruiken

Afkortingen zijn handig. Afkortingen zorgen voor overzichtelijker teksten. Afkortingen zijn efficiënt. Gebruiken dus. Behalve als je die afkortingen in een tekst toch zou uitspreken alsof het hele woord er staat, dan zijn ze weer nutteloos.

Afkortingen van bedrijfsnamen

De NS, niemand kijkt er raar van op als je deze afkorting in een tekst gebruikt. Want iedereen weet dat dat "het bedrijf van de treinen" is (de Nederlandse Spoorwegen ja).

Toch is het eigenlijk de regel dat je de afkorting van een bedrijfsnaam altijd één keer voluit schrijft in een tekst. Met de afkorting er tussen haakjes achter. Dit doe je alleen de eerste keer. Daarna volstaat de afkorting.

Let hier vooral goed op als je met meerdere personen aan een rapport werkt. De naam voluit is echt alleen nodig in de inleiding. Niet in elk hoofdstuk opnieuw. Je lezers zullen er blij mee zijn, niet steeds het 'ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport' te hoeven lezen, maar alleen: het (ministerie van) VWS.

Ohja, in afkortingen van bedrijfsnamen gebruik je dus geen punten. Je gebruikt hoofdletters (en soms kleine letters). Op zich logisch, want bedrijfsnamen bestaan meestal uit woorden die beginnen met een hoofdletter (en soms een kleine letter). In de meeste andere afkortingen gebruik je wél punten.

Deze twee regels gelden ook voor vaktermen, zoals Artificial Intelligence (AI) en Search Engine Optimization (SEO).

Afkortingen die je niet in officiële teksten gebruikt

Spaar ze allemaal! jl., m.n., a.s., m.i., t.w.v., i.i.g., m.a.w., a.u.b., e.e.a., o.a., a.d.h.v., afb., afd., b.v.d., na.v., e.o., etc. en bijv./bv..

Deze afkortingen zijn ook handig. In een mailtje of in een appje. Je laat de punten dan waarschijnlijk achterwege. Prima. Maar officieel moet je dus punten gebruiken. En daar wordt je blog, artikel, magazine of rapport niet leesbaarder van. Gebruik ze dus niet.

Nog meer (regels voor) afkortingen

Nog een tip: havo, vwo en hbo schrijf je met kleine letters zónder punten. Net als tv, pvc, cao, wc en btw. Waarom? Omdat je ze áltijd letter voor letter uitspreekt. Deze afkortingen zijn min of meer woorden geworden. De niet afgekorte versie gebruiken we niet meer.

Er zijn vast nog meer soorten afkortingen, met bijbehorende regels, maar daar ga ik niet verder over uitwijden. Je wilt geen taalkundige worden, je wilt betere teksten schrijven. En daarvoor zijn de vier regels in de conclusie voldoende.

De regels op een rijtje

  1. Je schrijft een naam of term altijd eerst voluit, met daarachter de afkorting tussen haakjes. Je gebruikt hier geen punten.
  2. Je gebruikt deze afkorting vervolgens consistent en schrijft hem steeds op dezelfde manier. De volledige naam of term gebruik je niet meer.
  3. Je gebruikt punten in de afkorting als deze uit 'gewone woorden' bestaat. Je gebruikt deze afkortingen (zoals a.u.b., e.e.a., o.a., en m.b.t.) nóóit in officiële teksten.
  4. Afkortingen die op zichzelf staande woorden zijn geworden, schrijf je met kleine letters en zónder punten.
Ja, ik wil betere teksten (en meer)